In een zo goed als vol Vorst Nationaal liet Bob Dylan de
gitaar opzij staan, en concentreerde hij zich op een avond als crooner.
Met beklijvend resultaat.
De grootste verrassing van zijn jongste album ‘Shadows in the
night’ was niet dat Bob Dylan daar een repertoire zong van standards
van vooral Frank Sinatra, maar dat hij die zo goed zong. Teder,
dynamisch, emotioneel zelfs. Maar toen kon je nog denken dat hij bij de
opnames gewoon over Sinatra’s interpretaties heen gezongen had.
In Vorst had Dylan niets in de mouwen, tenzij dan zijn 74 jaren
levenservaring en een vijfkoppige band, die hem in opener ‘Things have
changed’ met wat moeite bijhield, maar daarna eerbiedig en vaak heel
melancholisch begeleidde. Met een speciale vermelding voor Donnie Herron
op pedal steel gitaar.
En Dylan zong dus uitstekend. Krakend en soms onverstaanbaar, maar expressief en vaak subtiel.
Wie een avondje grasduinen door het grote repertoire had verwacht,
had beter moeten weten. Dylan selecteerde vooral songs uit ‘Shadows in
the night’ en ‘The Tempest’, zijn twee jongste platen. Hij alterneerde
groovy songs als ‘Pay in blood’, ‘Duquesne Whistle’ en ‘Early Roman
Kings’ met liefdesballads als ‘What I’ll do’ en ‘I’m a fool to want
you’.
Dat laatste liedje schreef Sinatra in 1951 als afscheid aan zijn lief
Ava Gardner. De meeste covers in Vorst baadden in die vergeelde kleur
van vergankelijkheid, fraai opgewekt met reusachtige gordijnen achter
het hele podium, en daarop projecties van geelbruine grafiek, en
belichting vanuit vintage cinema-lampen.
De symboliek was niet ver te zoeken: Dylan nadert de winter van zijn leven en reflecteert, mijmert, herdenkt.
Het publiek kon dus achterover leunen en genieten van volle
romantiek, een kracht die Dylan tegen de utilitaire, technologische
samenleving van vandaag wil zetten. ‘Gone is every joy and inspiration/
Tears are all I have to show’, klonk het in ‘Melancholy Mood’, nog een
andere Sinatra-cover die kort, maar zo betekenisvol passeerde.
Klassiekers? Twee, en ze waren niet al te snel herkenbaar. In
‘Tangled up in blue’ waren de akkoorden danig verhaspeld, en ‘Blowin in
the wind’ werd op een Ierse vioolpartij gebouwd, met ‘the master’ niet
op akoestische gitaar, maar achter zijn piano. Wie ‘Like a rolling
stone’ wilde horen, moest na het concert naar de buskers gaan luisteren.
Het publiek is er nu wel aan gewend, en gaf Dylan een terechte
staande ovatie. Het heeft al lang geleerd volstrekt geen verwachtingen
te koesteren, en is allicht blij dat Dylan tegenwoordig elke avond
dezelfde set speelt, en niet achteraan in een hoekje op een orgeltje
staat te rammen. Nee, de zanger was heel professioneel bezig, en dat
loonde.
Het concert was een eerbetoon aan goeie melodieën, aan jazzy swing en
romantische ballads, en aan country. Wat ons betreft, waren ‘Melancholy
mood’, ‘Pay in blood’, ‘Scarlet town’ en ‘The night we called it a day’
de hoogtepunten. Maar daar heeft iedereen wel zijn eigen gedacht over.
Hoe dan ook, Dylan was heel goed in Vorst.
0 comments so far,add yours